Je lichaam heeft koolhydraten nodig en dit zijn één van de belangrijkste ingrediënten van wat je dagelijks eet. Ze worden in de darm afgebroken tot kleine deeltjes. Deze deeltjes noem je glucose. Glucose komt in je bloed en dat levert weer energie.
De hoeveelheid glucose per liter bloed noemen we het bloedglucosegehalte. Als je veel koolhydraten eet, komt er dus na de maaltijd meer glucose in je bloed. Het bloedglucosegehalte wordt beïnvloed door de hoeveelheid koolhydraten die je eet.
Waar zitten koolhydraten in?
- brood (alle soorten)
- granen (rijst, haver, meel en maïs)
- graanproducten (pasta)
- peulvruchten
(erwten, bonen, linzen en kapucijners) - aardappelen
- chips
- rösti
- fruit
- melk
- karnemelk
- yoghurt
- suiker uit de suikerpot
- honing
- koek
- snoep
- gebak
- frisdranken
In noten en groenten zitten minder koolhydraten.
Bron: St. Antonius Ziekenhuis
Door veel vezels te eten, zorg je ervoor dat je bloedglucose niet te snel stijgt. Eet volkorenproducten (volkoren brood, volkoren pasta, zilvervliesrijst, havermout), groente, fruit, peulvruchten en noten.
Hoe lees je koolhydraten op een verpakking?
Koolhydraten bestaan uit suikers en zetmeel. Op het etiket staat het aantal koolhydraten als volgt: koolhydraten, waarvan suikers. Suikers zijn koolhydraten, maar niet alle koolhydraten zijn suikers. Suikers zijn altijd zoet en leveren snel en kort energie. Eén gram koolhydraten bevat 4 kcal.
Als je per dag 2000 kcal aanhoudt, krijg je ongeveer 200 tot 350 gram koolhydraten binnen. Bij een ketogeen dieet is dat maar 20 tot 50 gram koolhydraten per dag.
Normaal is om 40 tot 70 procent van je energie uit koolhydraten te halen. Dat zijn ongeveer 200 tot 300 koolhydraten per dag voor een vrouw. En 250 tot 400 koolhydraten per dag voor een man.
Reactie plaatsen
Reacties